5. ZORGBEHOEFTEN HOOFDSTUK 8
Je kunt verwoorden:
- Waar het vaststellen van behoeften, wensen, gebruiken en problemen zich bevindt in het verpleegkundig proces
- Wat een behoefte is en welke behoeften er staan in de piramide van Maslow en hoe deze gerangschikt zijn.
- Hoe je de eigen regie van de zorgvrager kan vergroten
- Wensen, gewoonten, gebruiken, de definitie.
- Wat een probleem is en wanneer een probleem een probleem is.
- Aandachtspunten bij het formuleren van problemen
- Je kunt benoemen wat ECD of EZD is
Opdracht 1
Geef de juiste volgorde aan van de vijf menselijke behoeften in volgorde van
belangrijkheid. Begin met de basisbehoefte.
-Lucht, voeding, water, slaap, seks
-Waardering en erkenning
-Veiligheid en zekerheid
-Zin en betekenis, zelfontplooiing
-Sociaal contact, vriendschap, liefde
Opdracht 2
Als een zorgvrager een onopgelost probleem heeft, kunnen daar verschillende
oorzaken voor zijn. Het kan zijn dat de zorgvrager het probleem afwijst of geen
begrip heeft voor het probleem. Maar er kunnen ook andere oorzaken zijn.
Welke andere oorzaken kunnen er zijn?
Opdracht 3
Mensen hebben bij bepaalde gebeurtenissen speciale gebruiken.
a Welke gebruiken hebben jij en je familie bij de volgende sociale gebeurtenissen?
Verjaardag:
Geboorte:
Kerstmis:
Nieuwjaar:
b Bespreek je antwoorden met je groepsgenoten. Kijk naar de overeenkomsten en
verschillen in gebruiken.
Opdracht 4
Lees de volgende stelling.
Tegenwoordig is alleen de mening van de zorgvrager leidend bij het formuleren van
het zorgprobleem
Bedenk samen met een groepsgenoot twee argumenten voor en twee argumenten
tegen deze stelling.
Opdracht 5
Zijn de onderstaande zes zorgproblemen juist geformuleerd? Geef aan wat beter kan
en formuleer de onjuiste zorgproblemen op een juiste manier
a. De zorgvrager vindt het naar dat hij zich niet meer zelfstandig kan wassen, hij heeft dit mondeling aangegeven.
b. De zorgvrager voelt zich eenzaam.
c. De zorgvrager weet niet hoe de financiën geregeld moeten worden.
d. De zorgvrager kan niet meer alleen buiten wandelen.
e. De zorgvrager heeft problemen met het in en uit bed komen.
f. De zorgvrager klaagt over een gebrek aan respect
Opdracht 6
Lees de volgende situaties. Beschrijf per situatie wat een behoefte is, wat een
wens en wat een gewoonte.
1. Jan woont op een kleinschalige woonvorm en eet elke ochtend wit brood en
wil dat de verzorgende IG zijn eten op de slaapkamer brengt als hij wakker
wordt.
2. Monique wil er graag mooi uitzien. Ze kleedt zich altijd in de kleuren groen
en rood. Ze is aan het sparen voor een rode mantel die €500, - kost.
3. Kees oefent voor de Nijmeegse 4 daagse. Hij gaat hem dit jaar voor de 3e
keer lopen. Hij oefent elke dinsdagochtend met een wandeling van 15
km.
4. Amoura gaat elke zaterdagavond gezellig met haar vriendinnen de stad in.
Een hapje eten of naar de bioscoop, het maakt ze niet uit als het maar
gezellig is. De film ‘Liefde op de klippen’ wil ze zaterdag met haar
vriendinnen gaan zien.
5. Hans zou graag directeur zijn van het bedrijf waar hij werkt. Dan zou hij het
wel anders doen dan de huidige baas. Zijn baas heeft alleen maar kritiek op
hem. Hans maakt alleen maar cynische grapjes over zijn baas.
Beschrijf nu wat jij verstaat onder een behoefte, een gewoonte en een wens.
Behoeften zijn voor elke mens gelijk. Eten, seksualiteit, uiterlijke verzorging,
beweging, sociaal contact, waardering en zingeving (zie opdracht). Een gewoonte
is een vertrouwd gedrag dat we herhalen ten aanzien van een behoefte. Een
wens is iets wat we willen bereiken wat we nu niet hebben. Je kunt ook zeggen:
gewoonten en wensen zijn persoonsgebonden, een behoefte is universeel.
c Beschrijf twee gewoonten en twee wensen die je zelf hebt.
d Bespreek je uitkomsten met je groepsgenoten.
OPDRACHT 7
Formuleer de volgende zorgproblemen zó dat ze voldoen aan de vier
aandachtspunten bij het formuleren van een zorgprobleem (pagina 76). Gebruik je fantasie als de
gegevens onvolledig zijn en bedenk mogelijke oorzaken erbij
1 Mevrouw El Abdi wordt liever niet door een man verzorgd.
2 Mevrouw Van Erven kan haar onderlichaam niet zelfstandig verzorgen.
3 Mevrouw Blom is dwangmatig.
4 Mevrouw Overheul is depressief.
5 Mevrouw Bambacht eet de warme maaltijd met haar handen.
6 Meneer Kaasjager heeft vaak decubitus op zijn stuit.
7 Meneer Boom heeft pijnlijke benen.
8 Een zorgvrager valt regelmatig.
9 Mevrouw Van Drie is zo wisselend gestemd dat ze zichzelf in de weg zit.
10 Mevrouw Mooring loopt de hele dag naar het toilet.
11 De verzorgenden vinden dat mevrouw Joosten veel aandacht trekt.
12 Door een afasie is de zorgvrager slecht verstaanbaar.
OPDRACHT 8
BEKIJK DE ANIMATIE
https://www.youtube.com/watch?v=C02n6WkWwYY&t=4s
Benoem 5 problemen die je tegenkomt en formuleer deze vanuit de zorgvrager
OPDRACHT 9
Lees bladzijde 79 uit je boek en bekijk het filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=kWJGlJuaUIw
Zoek op internet een filmpje op dat laat zien hoe het elektronisch cliëntendossier op je laatste stageplek werd toegepast
Tip: gebruik de naam van het systeem
Opdracht 10 TEST
Stelling Juist Onjuist
1 Een behoefte is iets wat je nodig hebt om je gelukkig te voelen.
2 De basis van de piramide van Maslow is ‘Behoefte aan veiligheid en
zekerheid’.
3 Zelfontplooiing is het puntje van de piramide van Maslow.
4 De psycholoog Maslow spreekt van een hiërarchie (logische opbouw) van
behoeften.
5 Mieke drinkt haar thee het liefst koud. Dit is een voorbeeld van een
behoefte.
6 De baby krijgt elke 4 uur een flesvoeding. Dit is een voorbeeld van een
behoefte.
7 Nagelbijten is een voorbeeld van een gewoonte.
8 Trakteren op je verjaardag is een vorm van een gebruik.
9 De verzorgende IG formuleert een zorgprobleem vanuit de zorgvrager.
10 Bij het formuleren van een zorgprobleem hoeft geen oorzaak vermeld te
worden.
11 Hoe beter een zorgprobleem geformuleerd is, des te gemakkelijker is het
formuleren van het zorgdoel.
12 Als alleen jij een mogelijke oorzaak weet van een zorgprobleem, moet je
dat vermelden.
Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
Stuur de antwoorden door
Maak jouw eigen website met JouwWeb